Stijging van de lokale lasten
Vorige week heb ik al stil gestaan bij de begroting 2016 van de gemeente Heusden. Ik heb daarbij aandacht besteed aan het begrotingsbeeld, de reservepositie en de plannen voor 2016. Een ander belangrijk aspect is uiteraard de ontwikkeling van de lokale (gemeentelijke) lasten. Zoals bekend behoort de gemeente Heusden wat dat betreft tot de goedkoopste gemeenten van Nederland. Wat staat er op dat gebied in 2016 te gebeuren?
In de gemeentebegroting 2016 is rekening gehouden met een prijsstijging van 0,8%; de meeste tarieven worden dan ook met dat percentage verhoogd. Met uitzondering van de hondenbelasting: die wordt al jaren niet verhoogd omdat de opbrengst hondenbelasting hoger is dan de kosten van het hondenbeleid. Voor de onroerende zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing en het rioolrecht geldt echter dat de tarieven extra verhoogd worden.
Allereerst de OZB. In de Voorjaarsnota 2012 is al bepaald dat de totale opbrengst van de OZB in 2016 met 250.000 euro zou moeten stijgen, dit om nieuw gemeentelijk beleid mogelijk te maken. Het tarief voor de OZB is een percentage van de WOZ-waarde en is dus niet alleen afhankelijk van de totale gewenste opbrengst, maar ook van de waardeontwikkeling van de huizen. Het tarief zegt daarom niet zoveel, maar wel het bedrag dat inwoners uiteindelijk moeten gaan betalen. Welnu, het bedrag dat gemiddeld per inwoner betaald moet worden was in 2015 nog 110,88 en dat wordt in 2016 116,08, d.i. een stijging van 4,7% inclusief inflatie.
De afvalstoffenheffing is een verhaal apart. Het gemiddeld te betalen bedrag per inwoner stijgt van 66,03 in 2015 naar 69,44 in 2016, een stijging van 6,2% en dat is een behoorlijke stijging, zeker als je dat vergelijkt met de verhoging in voorgaande jaren. En daar zit nou net ook de belangrijkste oorzaak van deze verhoging. In principe gaat de gemeente bij de afvalstoffenheffing uit van een kostendekking van 100%. In de afgelopen jaren werd dat percentage niet gehaald, maar de tekorten in de afgelopen jaren konden nog aangevuld worden vanuit een egalisatiereserve, die in de loop der jaren behoorlijk was opgelopen (tot boven een miljoen). Maar dat potje is nu leeg en dus kunnen de kosten alleen maar terugverdiend worden vanuit een tariefsverhoging. Daar komt nog bij dat het GFT-tarief in 2015 is afgeschaft (de lediging van de GFT-kliko is gratis). Dat heeft wel geleid tot een verlaging van de opbrengsten, maar nog niet tot een vergelijkbare daling van de verwerkingskosten van het restafval. Daar bovenop komt dan nog, dat de overheid in 2015 een verbrandingsbelasting voor restafval heeft ingevoerd en dat kost de gemeente ook nog eens een slordige ton per jaar. Die combinatie van factoren maakt een forse verhoging van de afvaltarieven noodzakelijk en met die verhoging worden de kosten nog niet volledig gedekt. Maar men verwacht dat het verwerkingstarief voor restafval in 2017 aanzienlijk lager zal worden (het Atterocontract loopt dan eindelijk af) en dat de kosten dan aanzienlijk zullen dalen. Het college stelt dan ook voor om een tijdelijk tekort in 2016 ten laste van de Algemene Reserve te brengen om dat vervolgens in 2017 weer recht te trekken.
Ook de rioolheffing wordt behoorlijk verhoogd: het tarief per inwoner gaat van 66,03 naar 69,44, een stijging van 5,2%. Een stijging die ook al voorzien was in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016 en die vooral bedoeld is om de grote investeringen in de gemeentelijke riolering te kunnen betalen. Om u enig idee te geven, de totale investeringen in de jaren 2016 t/m 2019 belopen zo’n 13,7 miljoen euro. Ook hier geldt dat de kosten in principe voor 100% gedekt moeten worden door de opbrengsten.
Als je de belangrijkste gemeentelijke lasten, de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing, bij elkaar telt, dan is het bedrag per inwoner in 2016 gestegen naar 260,40, dat is een stijging van 13,06 euro (5,3%) t.o.v. 2015. Dat is natuurlijk geen prettig nieuws, maar de belangrijkste oorzaken liggen bij de afvalstoffenverwerking en bij de riolering. En dat zijn toch voorzieningen die we niet kunnen missen en die een gemeente niet kan verwaarlozen.
Kees Musters
Drunen, vrijdag 9 oktober 2015
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters