Rapport Bestuurlijke toekomst Heusden, Loon op Zand en Waalwijk (3)
Afgelopen twee weken heb ik al uitvoerig stil gestaan bij dit rapport, deze week enkele persoonlijke overwegingen. Want de verdere ontwikkeling van de regionale samenwerking kun je nou eenmaal niet op basis van objectieve maatstaven vorm geven. Als er één ding duidelijk is geworden uit het rapport van Tops en Zouridis, dan is het dat mensen vooral kiezen op basis van persoonlijke visie en overwegingen.
Als politicus in de gemeente Heusden kijk je naar het belang van de eigen inwoners; dat moet altijd voorop staan. Instandhouding van de gemeente Heusden als maatschappelijke instelling mag nooit het doel op zich worden. De vraag moet altijd zijn waar onze inwoners het best mee gediend zijn, hoe verschillend mensen ook tegen die vraag kunnen aankijken, want het blijft voor een belangrijk deel ook gewoon een persoonlijke visie.
Heusden bestaat uit twee hoofdkernen en een negental kleinere kernen. Een belangrijke overweging is dus het kleine kernenbeleid. Wat in het rapport Tops wordt aangeduid als doe-democratie, de betrokkenheid van de burger bij zijn eigen woonomgeving. Nou blijkt uit een recent onderzoek dat die betrokkenheid van de burger met name in de kleine kernen juist erg groot is, ook en misschien juist doordat die kernen deel uit maken van een grotere gemeente. Kleine kernen willen zich binnen dat grotere geheel toch onderscheiden. In veel kleine kernen zie je bijvoorbeeld dorpsraden ontstaan. Daarmee kun je in ieder geval zeggen dat de vorming van één Duingemeente niet nadelig hoeft te zijn voor de kleine kernen en de betrokkenheid van de burgers. Voor veel inwoners van kleine kernen zal de grootte en naam van de gemeente waarvan ze deel uitmaken niet zo belangrijk zijn.
Voor inwoners is het natuurlijk wel van groot belang dat er effectief en efficiënt bestuurd wordt. Wat die efficiëntie betreft, in het verleden is vaak gesteld dat een grootschalige gemeentelijke herindeling tot grote kostenbesparingen in het openbaar bestuur zou kunnen en moeten leiden. In het rapport van Tops en Zouridis kunnen we bij herhaling lezen dat dit uit geen enkel onderzoek ook juist is gebleken. In theorie lijkt een besparing op de bestuurskosten misschien wel reëel, in de praktijk blijkt dat dus gewoon niet het geval te zijn. Als het gaat om effectiviteit van bestuur, dan kun je naar mijn idee ook niet stellen dat die gediend zou zijn bij een grootschalige gemeentelijke herindeling. Natuurlijk zijn al die samenwerkingsverbanden op verschillende niveaus (Langstraat, regio Tilburg, regio den Bosch, provinciaal) niet altijd even efficiënt en effectief als het om besluitvorming gaat. De bestuurlijke processen duren meestal erg lang en bij de democratische controle kun je soms ook inderdaad vraagtekens zetten. Maar zelfs al zou je de drie Langstraatgemeenten samenvoegen, dan betekent dat natuurlijk niet dat er geen samenwerking meer zou zijn in de wijdere omgeving. Met andere woorden, met gemeentelijke herindeling zou je slechts zeer ten dele aan dit bezwaar tegemoet komen.
Als je kijkt naar zaken als werkgelegenheid en economisch beleid, dan zie je nu al een intensieve samenwerking tussen de drie gemeenten via Baanbrekers (uitvoering Participatiewet), maar ook samenwerking in groter verband. Aan de ene kant werkt Heusden samen met de regio Hart van Brabant (en MidPoint Brabant), van groot belang voor bijvoorbeeld recreatie en toerisme in onze gemeente. Aan de andere kant werkt Heusden ook samen in de regio Den Bosch met Agrifood Capital en ook dat is voor onze gemeente waarin de agrifoodsector best zwaar vertegenwoordigd is, best belangrijk. In een samenvoeging van de drie Langstraatgemeenten zie ik op dat punt dus ook niet echt een grote meerwaarde.
Zo kun je ongetwijfeld nog wel meer aspecten beschouwen, maar voor mij is wel duidelijk dat een herindeling op dit moment voor onze inwoners niet echt veel meerwaarde kan bieden. Ik zie veel meer in een ontwikkeling waarbij de samenwerking tussen de drie Langstraatgemeenten geleidelijk en daar waar het een duidelijke meerwaarde biedt wordt uitgebreid. Mogelijk leidt dat op een gegeven moment wel tot een soort netwerkbestuur met een overkoepelend orgaan met overdracht van bepaalde bevoegdheden door de drie gemeenteraden. Maar dat zal gedragen moeten worden door de drie gemeenten en de meerwaarde voor inwoners (niet alleen van Heusden, maar uiteraard ook van Loon op Zand en Waalwijk) moet dan wel duidelijk aantoonbaar zijn.
Komende maanden zal het rapport nog uitvoerig besproken gaan worden en ik laat me graag overtuigen door andere visies. Maar vooralsnog hou ik het dus op een zelfstandig voortbestaan van de gemeente Heusden.
Drunen, vrijdag 6 februari 2015
Kees Musters
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters