Gunstig perspectief voor nieuwe raadsperiode
Zoals vorige week al vermeld, deze week gaat het over de Voorjaarsnota. De regelmatige lezer van dit stukje weet dat de Voorjaarsnota de eerste opmaat is naar de begroting 2019 en volgende jaren. Die begroting komt in november van dit jaar pas aan de orde. In de Voorjaarsnota staan de belangrijkste uitgangspunten die het college bij het samenstellen ervan hanteert. Eind juni wordt de Voorjaarsnota in de gemeenteraad besproken en vastgesteld.
De Voorjaarsnota is dit jaar, in tegenstelling tot andere jaren, een zgn. beleidsarm stuk. Dat komt door het feit dat er in maart verkiezingen zijn geweest. In de periode daarna is er gewerkt aan een nieuwe coalitie en aan een nieuw coalitieprogramma. Dat is inmiddels gereed, maar dat stuk kwam te laat om dat nog op een verantwoorde manier in de Voorjaarsnota te verwerken. Gevolg is dat in de nota wel rekening wordt gehouden met al vastgesteld beleid, maar dat het nieuwe coalitieprogramma nog niet is verwerkt.
Uitgangspunt van de nieuwe Voorjaarsnota is de begroting 2018 zoals die door de raad eind november vorig jaar werd vastgesteld. Die begroting was al sluitend met aanzienlijke overschotten van rond de 1,5 miljoen per jaar. In de twee bestuursrapportages die sindsdien verschenen zijn is dat begrotingssaldo aanzienlijk bijgesteld en wel in positieve zin. Het begrotingssaldo loopt op van 1,7 miljoen in 2019 tot bijna 4 miljoen in 2022. De oude coalitie laat daarmee een financieel gezonde situatie achter waar de nieuwe raad profijt van kan gaan trekken. Er is gelukkig enige ruimte om weer nieuwe plannen ter hand te nemen. In de afgelopen jaren was dat wel eens anders.
Zoals gezegd: het nieuwe coalitieprogramma moet zijn financiële vertaling in de nieuwe begroting eind dit jaar gaan krijgen. Van een aantal onderwerpen is al wel duidelijk dat die een prominente plaats in de begroting zullen gaan krijgen. Zo heeft de nieuwe coalitie beloofd extra geld te gaan uittrekken voor onderhoud van wegen, fietspaden en voetpaden. In de afgelopen jaren is daar stevig op bezuinigd en we zijn nu weer toe aan een inhaalslag op dat punt. Er zit overigens al veel geld in de begroting voor infrastructuur. Zo is er voor de GOL-maatregelen al veel geld gereserveerd. Voor de zgn. mitigerende maatregelen (maatregelen die de GOL-effecten moeten verzachten zoals aanpassing van kruisingen en geluidsarm asfalt) is al 2,5 miljoen opgenomen. Voor de (verdere) aanleg van het fietspad langs de Tuinbouwweg zat ook al 1,2 miljoen in de begroting.
Verder is er vanuit het coalitieprogramma al 60 duizend euro structureel in de begroting opgenomen voor de extra inzet van een BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) om meer te kunnen optreden tegen hondenoverlast, dumpen van afval en veiligheid in brede zin. Voor de exploitatie van het zwembad ’t Run is 150 duizend euro per jaar uitgetrokken en het budget voor buurt- en wijkgericht werken is verdubbeld met ongeveer 60 duizend euro. Tot slot is ook de extra bijdrage voor de Veiligheidsregio van 240 duizend euro verwerkt. Daarmee is in totaal al voor 510 duizend euro aan nieuw beleid ingevoegd.
Voor andere speerpunten zijn ook al bedragen gereserveerd zoals 150 duizend euro voor duurzaamheid, rond de 1 miljoen extra wordt uitgetrokken voor beheer openbare ruimten en gebouwen. Dat heeft niet alleen betrekking op onderhoud wegen e.d., maar ook op het openbaar groen. Voor het Sociaal Domein wil de coalitie ook een bedrag van ca. 150 duizend euro extra uittrekken. De transitie van zorg, jeugd en werk mag dan zo langzamerhand afgerond zijn, maar er zal ongetwijfeld extra geld nodig zijn om te komen tot een goede en geleidelijke transformatie van de verzorgingsstaat naar een vitale Heusdense samenleving.
Kijkend naar de reservepositie valt op dat de Algemene reserve in de komende jaren weer boven het minimale niveau van 10 miljoen zal blijven. In de afgelopen jaren heeft de gemeente wat dat betreft veel moeten inleveren. Op een gegeven moment was de reserve gedaald tot onder de 5 miljoen, maar gelukkig zijn de perspectieven nu een stuk beter. Al met al staat de gemeente Heusden er dus redelijk voor. Ook de lokale lasten zullen in de komende jaren niet sterk gaan stijgen. De OZB zal in de komende jaren alleen met het inflatiepercentage verhoogd worden; de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zullen op een kostendekkend niveau blijven. Dat laatste betekent wel dat met name de rioolheffing in de komende jaren zal gaan stijgen. In het Waterplan dat ik al eerder op deze plaats besproken heb wordt uitgegaan van een behoorlijke stijging van dit tarief om alle maatregelen, die nodig zijn om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen, te financieren. Ook de tarieven voor de afvalinzameling en -verwerking zullen eind dit jaar weer aangepast moeten worden want de effecten van het omgekeerd inzamelen zijn toch groter dan eerder werd verwacht.
Kees Musters
Drunen, vrijdag 15 juni 2018
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters