Gebruik openbare parkeerplaatsen mag en is zelfs wenselijk
In de raadsvergadering van 17 mei 2016 heeft de gemeenteraad de Nota Parkeernormen Heusden 2016 vastgesteld. Doel hiervan was en is dat er bij nieuwbouwplannen gezorgd wordt voor voldoende passende parkeerruimte. Tot dan toe was dat altijd geregeld in de Woningwet, maar door een wijziging van die wet werd een aparte gemeentelijke beleidsnota noodzakelijk. In nieuwe bestemmingsplannen wordt sindsdien dan ook altijd verwezen naar deze nota.
In de al bestaande bestemmingsplannen bleef vooralsnog de parkeerregeling uit dat betreffende plan van toepassing, maar sinds 1 juli 2018 mag dat niet meer. Daarom heeft de gemeenteraad op 18 september jl. een zgn. Parapluplan Parkeren vastgesteld. Daarin is geregeld dat de Parkeernota ook toepassing vindt in oudere bestemmingsplannen zoals het bestemmingsplan Centrum Drunen. Eén van de eerste gevallen (misschien wel het eerste geval) waarin dit echt gevolgen heeft komen we nu tegen bij de omgevingsvergunning voor 24 appartementen op het voormalige ALDI-terrein in het centrum van Drunen.
Ik kom hierop omdat deze week bleek dat er tegen die omgevingsvergunning nogal wat bezwaren vanuit de buurt bleken te zijn. En die bezwaren blijken voornamelijk betrekking te hebben op het parkeren. Tot nu toe moesten projectontwikkelaars altijd zorgen voor voldoende parkeerruimte op eigen terrein, d.w.z. op het bouwterrein en mocht er geen beroep worden gedaan op beschikbare parkeercapaciteit in de directe omgeving. Volgens het nieuwe beleid mag dat echter wel als je als initiatiefnemer voldoet aan de volgende voorwaarde: er moet een onafhankelijk onderzoek plaats vinden naar de beschikbare parkeerruimte en uit dat onderzoek moet blijken dat er in de directe omgeving van de bouwplaats voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn. In dit specifieke geval heeft de projectontwikkelaar een onafhankelijk en ter zake deskundig adviesbureau (Mobycon) ingeschakeld om een onderzoek te doen naar de zgn. parkeerbalans op de locatie van de voormalige ALDI. De conclusie van dat onderzoek is dat er inderdaad voldoende parkeercapaciteit in de directe omgeving beschikbaar is.
De Nota parkeerbeleid werd zoals gezegd al in 2016 vastgesteld en gaat uit van bestaand beleid in onze gemeente, van landelijke CROW-normen t.a.v. het parkeren en van ervaringscijfers uit onze eigen gemeente (met name ervaringscijfers uit de wijk Venne-west 3). Het gebruik van al beschikbare parkeerplaatsen (maar dus wel op basis van een onafhankelijk onderzoek naar de parkeerbalans) is daarbij expliciet mogelijk gemaakt. Op zich misschien nog niet eens zo vreemd; één van de uitgangspunten in het ruimtelijk beleid is dat we zuinig moeten omgaan met de schaarse ruimte die we in Nederland nou eenmaal hebben en waarom zou je veel extra parkeerruimte creëren als er in de directe omgeving al voldoende parkeercapaciteit aanwezig is. Destijds werd bij het vaststellen van de Parkeernota geen enkele zienswijze ingediend en was iedereen het kennelijk met die werkwijze eens. Nu het beleid uit die Parkeernota voor het eerst wordt toegepast komen er plotseling raadsvragen en bezwaren uit de buurt. Misschien moet het college in dit soort situaties toch zorgen voor meer informatie en meer voorlichting om het beleid op dit punt meer bekendheid te geven, zeker bij direct betrokkenen zoals buurtbewoners. Want je kunt van burgers niet verwachten dat die alle raadsbesluiten steeds paraat hebben. Mogelijk kun je met extra voorlichting veel ongenoegen bij inwoners en dus ook bezwaarschriften voorkomen.
Kees Musters
Drunen, vrijdag 18 januari 2019
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters