Fietsstimuleringsplan en snelfietsroute
De aan te leggen snelfietsroute tussen Waalwijk en Den Bosch was de afgelopen weken weer eens in het nieuws. Aan de ene kant was er de actie van de Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen (FBL) tegen het gedeeltelijk afgraven van de spoordijk tussen Waalwijk en Drunen; aan de andere kant was er een collegebesluit over een fietsstimuleringsplan over het gebruik van die snelfietsroute. De actie van de FBL haalde deze week uitgebreid de krant, want dat scoort kennelijk bij het publiek; het fietsstimuleringsplan leek aanvankelijk de krant niet te halen, maar uiteindelijk kwam er vandaag, ruim een week na de publicatie van het plan, dan toch nog een artikel over.
Heel kort nog iets over dat gedeeltelijk afgraven van de spoordijk. Iedereen in Nederland mag een eigen mening hebben en mag ook actie voeren. Maar de informatievoorziening aan het publiek mag wat mij betreft best iets genuanceerder. Op de eerste plaats is het besluit om te kiezen voor deze variant (bijna) unaniem ondersteund door de gemeenteraden van zowel Heusden als Waalwijk en werd het besluit bijna unaniem en democratisch genomen door Provinciale Staten. Op de tweede plaats loopt er nog een procedure bij de Raad van State die op korte termijn ook tot een uitspraak zal leiden. Het is niet echt gebruikelijk om tijdens zo’n procedure dit soort acties te organiseren, maar zoals gezegd, wettelijk kan en mag dat allemaal. Maar nogmaals, dan wel graag met iets meer genuanceerde informatie, want al die raadsleden en die statenleden zijn natuurlijk ook niet gek. De snelfietsroute moet (van rijkswege vastgesteld) overal een breedte krijgen van 4 meter. Zelfs als de dijk niet wordt afgegraven, dan nog zal een groot deel van de natuur toch moeten verdwijnen omdat de dijk dan aan de noordzijde pakweg 1 tot 1,5 meter verbreed moet worden. Daar kun je nog aan toevoegen dat er bij afgraven van de dijk weliswaar een stukje natuur verdwijnt, maar dat daar in totaal meer hectares aan natuurcompensatie voor terugkomen, m.a.w. er komt meer natuur terug dan dat er nu wordt ingeleverd.
Maar ik heb het eigenlijk in dit stukje liever over echt nieuws: het fietsstimuleringsplan. Want over één ding zijn we het wel eens: de snelfietsroute moet er komen en het gebruik ervan en van de fiets in het algemeen moet gestimuleerd worden. Minder in de auto, meer op de fiets of met het openbaar vervoer. Meer fietsverkeer en minder autogebruik moet ook een bijdrage leveren (zij het een erg kleine) aan minder drukte en filevorming op de A59. In 2017 hebben de gemeenten Heusden, Waalwijk en Den Bosch en de provincie een bestuursovereenkomst voor deze snelfietsroute getekend. De realisatie van deze SFR zou vóór 2021 moeten starten. De provincie draagt met een aanzienlijke subsidie bij aan de realisatie ervan, maar er werd ook afgesproken dat de drie gemeenten verantwoordelijk zijn voor het opstellen van een fietsstimuleringsplan. En dat plan werd vorige week in de collegevergadering van de gemeente Heusden vastgesteld. In dat plan wordt het gebruik van de fiets gepromoot, vooral door de werkgevers in de regio daarbij nauw te betrekken. Want vooral het woon-werkverkeer zou meer per fiets afgewikkeld moeten worden. Het fietsstimuleringsplan is opgesteld in samenwerking met het Brabants MobiliteitsNetwerk (BMN) en kan meer gezien worden als een raamwerk. Binnen dat raamwerk kunnen dan gemeentelijke stimuleringsmaatregelen uitgevoerd worden en dat gebeurt weer in nauw overleg met Solaris Parkmanagement, de organisatie die zich bezig houdt met het beheer van diverse bedrijventerreinen zowel in Heusden als in Waalwijk. Een van de pijlers van het fietsstimuleringsplan is het opzetten van een werkgeverscommunity; goede samenwerking tussen werkgevers in het gebied, de overheid en parkmanagement ziet men als essentieel voor het bereiken van succes. Deze werkgeversbenadering bevat een vijftal stappen die men achtereenvolgens wil zetten: het kwalificeren (de 0-situatie vastleggen), een netwerk opstarten, het netwerk werkend maken, het netwerk werkend houden en tenslotte dat netwerk verbreden. In 2019 wil men voor dit traject 40 duizend euro beschikbaar stellen.
Een tweede pijler van het plan is campagnevoering. De uitvoering van de GOL-plannen, die binnenkort zal beginnen, en die onvermijdelijk tot veel verkeersoverlast zal leiden, wordt aangegrepen om mensen te wijzen op de voordelen van het gebruik van de fiets. Niet alleen de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen zal daarbij betrokken worden, maar ook gezondheidsaspecten en het duurzaamheidaspect.
Men wil dit samen laten gaan met het instellen van een zgn. Proeftuin E-bikes. Het gebruik van de elektrische fiets lijkt weliswaar steeds meer gemeengoed te worden, maar aan de andere kant is er bij veel werknemers toch een zekere aarzeling. Die wil men over de drempel trekken door het gebruik van een E-bike te faciliteren in een proeftuin. Werknemers kunnen zonder enige verplichting enkele weken proefdraaien in de hoop dat dat hun zal overhalen om ook zo’n fiets aan te schaffen en de auto wat meer thuis te laten.
Het fietsstimuleringsplan biedt de ruimte om daar in een later stadium nog andere activiteiten aan toe te voegen. De kosten voor de uitvoering van het plan worden momenteel geraamd op 71.500 euro per jaar, waarvan 57.200 betaald kan worden uit een provinciale subsidie. De uitvoering van het plan start in 2019 en loopt door tot in 2021; het totale budget voor die drie jaren samen is ingeschat op 350 duizend euro. Dat is erg veel geld om mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. De te bereiken effecten zijn voor een deel wel meetbaar (bijvoorbeeld het gebruik van auto en fiets), maar helaas voor een belangrijk deel ook niet goed te kwantificeren. Wat te denken van bijvoorbeeld het effect op de volksgezondheid en effect op het milieu. Maar als het gaat om die twee aspecten, dan mag het tegenwoordig ook geld kosten.
Drunen, vrijdag 24 mei 2019
Kees Musters
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters