Financiën gemeente Heusden redelijk op orde
Het is eind mei, de tijd waarbij de diverse jaarlijkse financiële stukken als Jaarverslag, Bestuursrapportage en Voorjaarsnota weer verschijnen. Uit die stukken blijkt dat het financieel beleid van de gemeente Heusden nog altijd goed op orde is. Uit de begroting 2019, vastgesteld in november vorig jaar, bleek dat de gemeente Heusden er financieel gezien best florissant bij stond, maar in de voorbereiding naar de begrotingsvergadering toe bleek dat er al diverse tegenvallers zaten aan te komen. Dat komt in de nu voorliggende stukken dan ook nadrukkelijk naar voren. Het florissante is er wel van af, maar desondanks staat de gemeente er niet slecht voor. Het geld klotst niet over de plinten, maar plannen die op de rol stonden kunnen ook gewoon doorgaan en zelfs wel iets meer dan dat.
Allereerst de afsluiting van het jaar 2018 met het Jaarverslag en de Jaarrekening. In het Jaarverslag staat te lezen wat er in 2018 allemaal bereikt is; best een interessant boekwerk dat u op de website van de gemeente Heusden ook kunt nalezen (zie agenda raadsvergadering 25 juni). Maar ik heb het dit keer vooral over het financieel beleid en dan kunnen we constateren dat 2018 is afgesloten met een voordelig resultaat van ruim 2,9 miljoen. Zoals elk jaar is er de zgn. budgetoverheveling: veel gelden zijn nog niet besteed omdat geplande activiteiten worden uitgevoerd in 2019 en die gelden zijn dus nog nodig. Het gaat dan om een bedrag van ruim 1 miljoen (budgetoverheveling ten laste van het resultaat). Als we daarmee rekening houden, dan is er nog altijd een ruim overschot van bijna 1,9 miljoen. Dat bedrag wordt in het raadsvoorstel voor een deel (237 duizend euro) gebruikt om de egalisatiereserve afvalstoffenheffing iets minder negatief te maken zodat die over vier jaren weer positief kan worden. De rest wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve en dat verstevigt wederom de financiële positie van de gemeente.
Het overschot van bijna 1,9 miljoen heeft diverse oorzaken. Enkele belangrijke posten zijn de hogere legesopbrengsten (ruim 3 ton extra), maar bijvoorbeeld ook lagere personeelskosten (bijna 3 ton). In de afgelopen jaren had de bouwgrondexploitatie een erg grote invloed op het resultaat. Dat was in 2018 in mindere mate het geval; voor- en nadelen binnen de bouwgrondexploitatie compenseren elkaar. Zo is er een groot voordeel bij de exploitatie van ’t Hoog II van meer dan 1 miljoen (er is een groot perceel uitgegeven waardoor minder infrastructuur wordt aangelegd en er worden meer vierkante meters verkocht doordat een waterberging is verplaatst buiten het plangebied), maar dat grote voordeel wordt weer teniet gedaan door een fors nadeel op de exploitatie van het Geerpark van 8 ton, o.a. door fors hogere plankosten. Als je de verschillenanalyse begroting – jaarrekening bekijkt, dan valt vooral op dat erg veel budgetten niet volledig zijn benut, reden voor het college om daar bij de Voorjaarsnota nog eens kritisch naar te kijken. Volgende week daarover meer.
Al vóór de begroting 2019 werd vastgesteld was al duidelijk dat er verschillende tegenvallers zaten aan te komen. Dat bleek al uit de tweede Bestuursrapportage over 2018; toen was er een tegenvaller van 338 duizend euro waardoor het positieve begrotingssaldo 2019 omsloeg in een tekort van bijna 3 ton. Nu ligt de eerste Bestuursrapportage over 2019 voor en daaruit blijkt dat het begrotingssaldo iets minder negatief wordt geraamd. We komen nu uit op 154 duizend euro negatief, een lichte verbetering dus. Die verbetering hebben we vooral te danken aan lagere rentekosten en een hogere uitkering uit het gemeentefonds. Weinig echt opvallende zaken in het rapport. Grotere posten, die een voordeel opleveren, zijn bijvoorbeeld minder kosten exploitatie zwembad ’t Run (50.000) en (opvallend) een verlaging van het budget voor juridische advieskosten (25.000). Nadelige posten staan er uiteraard ook in: sloopkosten van sporthal De Hoge Heide (95.000), meerkosten openlucht sport (40.000). Zorgwekkend zijn wel de extra kosten in het Sociaal Domein, natuurlijk de Jeugdzorg die veel extra geld kost (bijna een half miljoen extra). Maar ook andere tegenvallers zoals een niet begrote subsidie Alles voor Mekaar van 50 duizend en een extra subsidie voor Stichting De Schroef van 111 duizend. Dat zijn extra kosten die ten laste van de reserve Sociaal Domein worden gebracht en die dus geen invloed hebben op het begrotingssaldo. Die Reserve Sociaal Domein is daar speciaal voor ingesteld en is gevormd uit overschotten in het Sociaal Domein in voorgaande jaren. In dat potje zit eind 2018 ruim 7 miljoen, maar de tekorten in met name de Jeugdzorg lopen nu zo snel op dat dit potje in rap tempo leeg zal zijn en dan is er wel een financieel probleem. Volgende week kom ik terug op de Voorjaarsnota.
Drunen, vrijdag 31 mei 2019
Kees Musters
Volg mij ook met korte berichtjes op: www.twitter.com/keesmusters